Wie goed doet, goed ontmoet

Interview Jan Verschoor, beeldend kunstenaar

Op zoek naar een ateliertje fietste Jan Verschoor in de jaren zestig door de straten van Amstelveen. Naast de Hervormde Kerk, in het Oude Dorp, viel zijn oog op een onbewoonbaar verklaarde woning. Het werd de plek waar hij en zijn levenspartner Rob Brünnmayer hun rijke artistieke loopbaan startten. Dat het door een bijzondere ontmoeting een museale parel zou worden, hadden ze toen niet kunnen vermoeden.

 

In het belendende woonhuis van Museum Jan hangt een warme sfeer. Het licht vanuit de groene patio weerkaatst op de kleurrijke glasobjecten die er op strakke sokkels zijn opgesteld en laat de monumentale bronzen glanzen. De vormen en materialen van de sculpturen zijn divers, stralen een ongekende elegantie uit en doen je verwonderen door hun perfectie en spitsvondige vondsten in balans. Ogen te kort. Rob en Jan wonen als het ware ín het museum. Op gezette tijden gaat de glazen deur open en zijn gasten welkom in hun Museumhuis.

 

Vakmanschap is meesterschap 

Jan Verschoor laat een legendarische foto zien van de twee jonge kunstenaars in hun kersverse atelier. “Deze is door Paul Huf gemaakt in opdracht van Grolsch voor een reclamecampagne. We waren enorm blij met het pand. Comfortabel was het er zeker niet. In de winter was het erbarmelijk koud en het toilet bevond zich in de grote verwilderde achtertuin.” Dagen, en vaak ook nachten, werkten Jan en Rob aan hun eigen, vrije kunstwerken en ook aan hun opdrachten. Toen waren dat voornamelijk rekwisieten en decorstukken voor theater-, opera- en televisieproducties. Stiekem woonden ze inmiddels boven het atelier. Jan Verschoor: “Eind jaren zestig kreeg ik mijn eerste grote monumentale opdracht van het Nederlands Congrescentrum in Den Haag. We maakten een hoge bol van polyester, een materiaal dat in die tijd gedurfd en opzienbarend was in de kunstwereld.” 
Meerdere opdrachten van bedrijven en gemeenten volgden in de loop der jaren en ook de productie van vrij werk ontwikkelde zich continue en in hoog tempo. Verschoor bleek vernieuwend in zijn vloeiende dynamische beeldtaal en veelzijdig kleur- en materiaalgebruik. Inmiddels wisten verzamelaars hun weg naar Amstelveen te vinden. Aankopen mondden vaak uit in levenslange vriendschappen waarin de kunst centraal stond. 

Kenmerkend voor het werk van Jan Verschoor is de elegantie en sierlijkheid in beweging. De restruimte in een ruimtelijk object is daarbij net zo belangrijk. Steeds weer slaat hij een nieuwe weg in en blijft experimenteren. De perfecte afwerking van zijn beelden -in welk materiaal dan ook- is opvallend en nodigen uit tot aanraking. Namen geeft hij zijn werken nooit. Een titel zou een beperking opleggen aan de vrije gedachte over het object en daarmee afbreuk doen aan de eigenheid, vindt hij. Hoewel Jan eigenlijk nooit figuratief werkt, kan men in één van de twee bronzen beelden die Culinair Landgoed Parc Broekhuizen exposeert tijdens Sculptures at the Parc 2023 een mensachtige figuur ontdekken. Heel voorzichtig is het daarom bij uitzondering ‘figuur’ genoemd – en dan ook nog tussen haakjes. De andere bronzen sculptuur geeft een verstilde beweging weer. Beide beelden waren onderdeel van de grote overzichtstentoonstelling in het Cobra Museum in 2003.

 

De ontmoeting


In 1977 komt er een artikel in Het Financieele Dagblad over het werk van Jan Verschoor. Grootindustrieel en oprichter van Tomado, Jan van der Togt, leest het artikel en is gefascineerd door het beeldhouwwerk dat erbij getoond wordt. Het was aanleiding voor de zakenman om de expositie in de Amsterdamse galerie Bouma te bezoeken. Hij koopt het beeld van de krantenfoto en Verschoor levert het persoonlijk bij hem af bij zijn huis in Antwerpen. Jan Verschoor: “Deze kennismaking was een heel belangrijk moment in ons leven. Jan van der Togt had een scherp oog voor moderne kunst. Beeldhouwer Ossip Zadkine gaf hij, na een bezoek aan zijn Parijse atelier, de opdracht een bronzen reliëf te maken voor op de gevel van de Tomado-fabriek in Etten-Leur. Een kunstwerk met gestileerde arbeiders. Prachtig, en in die tijd heel vooruitstrevend.”

Op een expositie in Brussel in 1983 koopt Van der Togt, inmiddels gepensioneerd, opnieuw werk van Verschoor, wel twaalf objecten. Met regelmaat komt hij met zijn vrouw naar Nederland en er ontstaat een hechte vriendschap met Jan en Rob. In de loop der jaren bezoeken ze samen talloze galeries, beurzen en musea -in binnen- en buitenland- om er naar kunst te kijken en vooral te kópen. Verschoor: “Jan werd verliefd op de glaskunst. Vooral het optische werk. Als verzamelaar kon hij zich niet beheersen. Aan mij was het de taak om hem, naast het geven van advies, ook een beetje af te remmen in impulsaankopen.” 
Toen Jans vrouw overleed, dacht hij na over het onderbrengen van zijn inmiddels aanzienlijk gegroeide kunstcollectie. Verschoor: “Jan zocht een opslagruimte zodat het veilig zou staan en hij er, het liefst alleen en in stilte, van zou kunnen genieten. Hij dacht aan een schuur in de wilde tuin achter onze woon- en werkruimte. Zijn grote angst was dat de kunstwerken ooit ergens op een veiling terecht zouden komen en de collectie uiteen zou vallen. Hij hield zielsveel van het werk én van de verzameling als geheel.” 
Verschoor adviseerde Van der Togt het groter aan te pakken en een heus museum op te richten. “Aanvankelijk had hij daar geen oren naar, hij was bang voor een fiasco in het dorp Amstelveen dat echt geen stad zou worden. Maar hij sprak uit dat de collectie bij ons in goede handen zou zijn. Met hulp van het gemeentebestuur is het museum uiteindelijk gekomen. “Jan vroeg mij wel directeur te worden wat ik erg spannend vond. Ik beloofde hem het te proberen.” In de 25 jaar tijd dat Jan Verschoor het museum leidde, wist hij aan de wensen van Van der Togt te voldoen. Hij behield zijn geliefde collectie, breidde deze uit met nieuw werk van hemzelf en andere kunstenaars en wist met smaakvolle tentoonstellingen publiek te enthousiasmeren om te komen kijken.

Rob Brünnmayer | Foto: Afke Pricker

Artistiek tweemanschap

In de totstandkoming van de prachtige gestroomlijnde bronzen sculpturen van Jan Verschoor heeft Rob Brünnmayer een belangrijk aandeel. “Ik doe de techniek, dat kan Jan helemaal niet”, zegt Rob met een ondeugende blik. Rob, oorspronkelijk elektrotechnisch installateur en mechanisch installateur, bedenkt de inwendige constructies van Jans ontwerpen, initieert het gebruik van nieuwe materialen en weet ze op ambachtelijke wijze toe te passen. 
In de naastgelegen school zijn de ateliers van Jan en Rob. De lokalen liggen tegenover elkaar en hebben ieder een compleet andere inrichting en sfeer. Het atelier van Rob, een ‘uitvindershol’, staat vol met apparatuur, gereedschap en elektrotechnische spullen. Ook kweekt hij er bijzondere planten. Opvallend zijn de kleurrijke mobiles aan het plafond die hij ontwierp en ook de vele antieke klokken. “Het is een grote hobby ze op te scharrelen en ze vervolgens te repareren en te restaureren. Heel minutieus werk. Ik geloof dat ik nog maar een van de weinigen in Nederland ben die dit kan”, zegt Rob.
Het werkdomein van Jan is ordelijk en aangeveegd, op esthetische wijze ingericht en straalt een ander soort rust uit dan het atelier van Rob. Er staan slingerachtige objecten in was en steen waaraan hij nog dagelijks werkt. “In mijn beelden ben ik altijd op zoek naar balans. Ze moeten op één pen kunnen staan. Voor de constructies heeft Rob altijd een oplossing.” Al zestig jaar leven en werken Jan en Rob samen. Nog altijd op de plek waar ze hun eerste atelier vonden en die nu een plek is waar mensen graag komen om van hun kunstwerken en die van anderen te genieten. <<



Aanvullende bronnen:

Boek ‘Museum Jan | Ontstaan en Collectie’ 2021
Boek ‘Jan Verschoor’ 2021 

Tijdens Sculptures at the Parc 2023 op Culinair Landgoed Parc Broekhuizen worden twee bronzen sculpturen van Jan Verschoor tentoongesteld.