Levenskracht in de legacy van Arthur Spronken

Kunstenaar Caius Spronken over zijn vader Arthur Spronken

“Als kind zag ik niets anders dan beelden en schilderijen,” vertelt Caius, “ik denk dat ik een jaar of drie was dat ik al een stuk was in mijn handen geduwd kreeg. Dan was ik stil en rustig. Ik herinner me het geluk dat ik voelde als er iets uit dat materiaal kwam wat ik enigszins had willen maken."

...

 

Ver in het zuiden van Limburg, in het plaatsje Kelmond bij Beek, ligt op een idyllische heuvel het verbluffende landgoed Varpullan dat beeldhouwer Arthur Spronken naliet. Omringd door indrukwekkende zuilen, verscholen onder notenbomen, acacia’s en eiken liggen er zijn zelfgebouwde woonhuis en de diverse ateliers waar hij meer dan een halve eeuw werkte aan voornamelijk robuuste bronzen. Met zijn galopperende paarden en krachtige amazones maakte hij nationaal en internationaal faam.

Artistieke nalatenschap


“Alles is er nog intact. Precies zoals hij het achterliet,” vertelt Caius Spronken, die net als zijn vader beeldend kunstenaar is. “Zelfs de hamers en beitels liggen nog bij alle sculpturen die er zijn opgesteld. Alsof hij er zo verder aan zou werken. We vinden het mooi de geboorteplek van zijn kunstwerken zo authentiek mogelijk te laten, bijna als een baarmoeder. Veel van de beelden heeft niemand ooit gezien. De laatste twintig jaar van zijn leven exposeerde hij nauwelijks.”

  Arthur Spronken

 

Leven en werken


Arthur Spronken, die in 2018 op 87-jarige leeftijd overleed, liet een grote collectie van monumentale bronzen, houten sculpturen, tekeningen en schilderijen na. Zijn hele leven stond in het teken van de kunst. Hij studeerde in Maastricht en Milaan waar hij aan de Academia di belle Arti di Brera les kreeg van de befaamde Marino Marini. Meer dan honderd beelden van Spronken staan door heel Nederland in openbare ruimten en musea waaronder in het Rijksmuseum. Hij was goed bevriend met toenmalig koningin Beatrix die hem regelmatig opzocht om zijn werk te bewonderen en tips te krijgen voor haar eigen werk. In zowel in het Frans Hals Museum als het Museum Beelden aan Zee had hij overzichtstentoonstellingen. In 1955 trouwde Arthur Spronken met de Finse kunstenares Varpu Tikanoja (1928-1983). Ze kregen 5 kinderen die, op de oudste na, een jurist, allen hun weg vonden in de kunsten. 

 

Kind van een kunstenaar

 

“Als kind zag ik niets anders dan beelden en schilderijen,” vertelt Caius, “ik denk dat ik een jaar of drie was dat ik al een stuk was in mijn handen geduwd kreeg. Dan was ik stil en rustig. Ik herinner me het geluk dat ik voelde als er iets uit dat materiaal kwam wat ik enigszins had willen maken. Een kind maakt alles na wat er in zijn omgeving is. Omringd door grote kunstwerken van springende paarden, borduurde ik daarop voort maar kwam er vaak iets heel anders uit. Na een bezoek aan het circus bijvoorbeeld, kregen mijn paardjes vleugels en stond er een acrobaat op te balanceren.” Caius’ vader liet hem volledig vrij in zijn maakproces. “Hij keek mee, lachte af en toe, maar het spontane wilde hij niet verstoren. Af en toe hoorde ik mijn ouders weleens praten over wat ik deed. Ze vroegen zich af hoe ik de wereld zou zien.”

Arthur Spronkens artistieke creativiteit bestond uit periodes van intense activiteit en tijden van contemplatie en reflectie. “Ieder dag werkte mijn vader,” vertelt Caius, “soms wel aan tien beelden tegelijk. Telkens wilde hij ze beter maken. Hij heeft weleens gezegd dat het dan ging om een strijd tussen de materie en de geest. Hoewel hij van mening was dat zijn beelden over 100 jaar nog goed zouden moeten zijn, zei hij ook dat het perfecte beeld niet bestaat. De fouten zouden het levendig moeten maken. In zijn fantasie een beeld afmaken, daar ging het hem om.”

Hoe het voelde een vermaard kunstenaar als vader te hebben? “Ach, dat ontstaat heel organisch. Stel je voor, je doet wat je altijd doet en naast je staat een imposante eik. Je ziet hem niet voortdurend en af en toe denk je, wat een mooie boom.” 

De kunstenaar leert van de kunstenaar

 

Toen Caius de middelbare school verliet, besloot hij na de aanvankelijke gedachte geschiedenis te studeren, zich toch ook te richten op de beeldhouwkunst. “Mijn vader gaf les op de Jan van Eyck Academie in Maastricht, een postdoctorale opleiding. Als 18-jarige ging ik met hem mee om te helpen. Met vrienden, een lasser en een bronsgieter had hij er een systeem opgezet om studenten kennis te laten maken met brons gieten. Ik leerde veel op de gieterij. Als je techniek van het proces van boetseren en mallen maken kent, dan is het leuk en leerzaam om toe te werken naar het brons gieten zelf en de techniek die daarbij komt kijken te kennen. Waar zijn rebelse studenten zich vooral richtten op het etherische in de kunst, was ik erg bezig met materialen. Voor hen was dat uit den boze. Dat leidde er wel toe dat hun werken vaak op bepaalde punten te fragiel waren om in brons te gieten. 

Thuis kon ik rustig werken en hielp mijn vader me met technische oplossingen. Zoals bij een anatomische arm waarbij de aderen en spieren duidelijk zichtbaar waren. Hij leerde mij hoe ik er een negatieve mal op kon plaatsen zodat het gereproduceerd kon worden. Bij een paardenhoofd adviseerde hij me ooit een spijker te steken in de neus- en mondholte. Daarmee kon ik de lippen van het paard omhoogtrekken. Een geweldige vondst vond ik dat.”

Invloed van moeder

 

Nooit maakte Caius een paard meer. “Alles wat je met een paard kunt doen, had mijn vader al gedaan. De invloed van mijn moeder in mijn eigen werk is groter.  Dat is iets heel dieps. Het heeft met ritme, temperament en filosofie te maken. Als Finse was zij enorm beïnvloed door de kracht van de natuur. Dat zat diep in haar wezen. Haar vader was een groot industrieel en had veel connecties met kunstenaars in Parijs. Hij verzamelde werken van Chagall, Matisse en Delacroix. Mijn moeder groeide op tussen die werken, Ze hingen zelfs boven haar bed. Varpu was breed ontwikkeld. Toen ze naar Nederland kwam vanuit Italië waar ze mijn vader ontmoette, had ze alleen een pyjama, een wiskundeboek en een dik filosofisch geschiedenisboek bij zich. Voor de rest niks. Dat duidt al op wat zij belangrijk vond in het leven. De rust die zij in zich had en het contemplatieve, daar neig ik meer toe. Ik heb niet die enorme drang naar productie zoals mijn vader die had. Ik produceer graag maar merk dat ik ruimte nodig heb om terug te stappen en te kijken naar wat ik eigenlijk aan het doen ben.”

Kunst kijken

 

Desgevraagd legt Caius uit hoe mensen naar zijn werk en dat van zijn vader kunnen kijken. “Net als bij muziek, is er een affectiepunt of niet. Men is erg geneigd om de moraal te vinden in een werk. Wat is het? Wat heeft de kunstenaar ermee bedoeld? Naar kunst kijken en ervan genieten heeft niet met begrijpen te maken. Naar Bach luisteren, daar geldt hetzelfde voor. Het gaat erom wat het met je doet. In de hectische tijd van nu is het mooi om dingen langzaam tot je te laten komen, om je open te stellen en dan pas te bedenken wat je ervan vindt. Iedereen velt zo snel een mening. Dat is jammer. 

Om met je handen de plasticiteit vorm te geven in een figuratief werk is het bijna onmogelijk de natuur te plagiëren. Het wonder van de natuur geeft zijn geheimen nooit helemaal prijs. En dat is ook niet de bedoeling. De kunstenaar beredeneert een basisvorm door zodat er nieuwe vormen ontstaan. Iemand die daar intensief naar op zoek is, krijgt iets strelends voor het oog. Als je naar het water kijkt en de laatste golven ebben weg in het zonlicht, dan zie je de onbeschrijflijk langzame plasticiteit van het water. Dat is eigenlijk hetzelfde.” 

De thematiek in het werk van Arthur zijn paarden en vrouwen. In een interview heeft hij de overeenkomst weleens genoemd, ‘voor een beeldhouwer hebben ze dezelfde kont’. Een andere inspiratiebron is de branding. De wijze waarop hij zijn werken vormgeeft, roepen vaak associaties op met de kracht van aanrollend water en het eeuwige terugkomen ervan.

Uit het werk van Arthur Spronken straalt levenskracht. Een paard is niet zomaar een paard. Het is een bonk van energie. Zwevend boven een sokkel is de abrupte beweging die het maakt bijna voelbaar. Hoewel benen vaak afgekapt zijn, galoppeert het dier. Zijn spieren en zijn botten zijn zichtbaar onder de glanzende huid. Het paard briest. Het is de verbeelding van vitaliteit.